Dat Formule 1-auto’s erg snel zijn, dat is iets wat we allemaal wel weten. Hoe snel ze precies zijn, kunnen waarschijnlijk alleen de fans beantwoorden. Als jij je afvraagt hoe snel een Formule 1 wagen is, lees dan vooral verder. Ander Formule 1-nieuws vind je op GP Today.net, een echte aanrader voor Formule 1-fans.
De snelheid is allesbepalend
In de racewereld telt elke seconde, de wagens rijden vaak maar milliseconden van elkaar verwijderd. Elk klein detail telt mee, ook de coureurs moeten aan bepaalde eisen voldoen. Zo mogen coureurs niet te zwaar zijn, omdat dit extra balast is. Dat gewicht besparen ze liever. De meeste Formule 1-coureurs wegen rond de 70 kilo. Max Verstappen is een van de langste Formule 1-coureurs, waardoor hij ook zwaarder is dan andere coureurs. Dat betekent niet dat Max Verstappen geen races meer wint. De snelheid van de auto heeft te maken met de kracht van de motor, het totaalgewicht en de grip van de banden. Grip wordt door veel mensen onderschat, maar is heel belangrijk. De overbrenging van de kracht zorgt ervoor dat de wielen gaan draaien. De banden zorgen ervoor dat de wagen goed op de weg blijft en dat de kracht optimaal benut wordt. Het snelheidsrecord staat op naam van Valterri Bottas. Hij reed in Mexico tijdens de race in 2016 maar liefst 372,5 kilometer per uur, tijdens een training reed hij nog harder, namelijk 378 kilometer per uur.
Specificaties van de auto’s
Een snelheid van rond de 350 kilometer per uur bereiken de auto’s niet zomaar. Het ligt gedeeltelijk aan het zelfvertrouwen van de coureur, maar ook zeker aan de auto zelf. Zoals eerder gezegd, elk detail telt. De auto’s worden dan ook met uiterste precisie gebouwd en de teams willen er niet alles over vertellen. Een Formule 1-auto heeft ongeveer 1.000 pk. De auto moet minimaal 752 kilo wegen, dit is inclusief stoeltje en de coureur. Omgerekend heeft de Formule 1-wagen dus ongeveer 1,3 pk per kilo, waar een normale personenauto ongeveer 0,1 pk per kilogram heeft. Dat is dus een heel groot verschil. Daarnaast mag de auto niet hoger zijn dan dan 95 centimeter, gemeten vanaf de bodemplaat.
